Selecteer een pagina

Goed nieuws: het bewustzijn groeit dat er snel daadkracht en gedragsverandering nodig zijn om de opwarming van het klimaat minstens te vertragen. Nu is het zaak om het bewustzijn te vertalen in een meer duurzame en circulaire economie. Hergebruik van goederen – waaronder kledij en textiel – draagt hier fundamenteel toe bij. Juiste beleidskeuzes dringen zich op om die circulaire economie te realiseren. Er is geen twijfel mogelijk: lokaal hergebruik is altijd de beste keuze. En wel hierom.

De evolutie naar meer circulariteit, je kan er niet naast kijken. We hergebruiken steeds meer spullen – omdat het duurzaam, hip of betaalbaar is – via tweedehandswinkels, closet sales, doorverkoopplatformen
zoals Vinted, swishing… De Kringloopwinkel zwengelde deze tendens zelf aan en kan er nu ook door blijven groeien.

Transparantie bij modeketens nodig

Ook bij de commerciële modeketens is de euro ondertussen gevallen. Steeds meer zamelen zij gebruikte kleding in en sommigen bieden een platform met tweedehandskledij aan.

Productiebedrijven experimenteren dan weer met gerecycleerde vezels in de productie van nieuwe kledij. Anders dan bij De Kringloopwinkel is het echter niet altijd transparant wat er met de ingezamelde kledij
gebeurt: hergebruik of recyclage? Hetzelfde geldt voor de sociale en milieu-impact van hun werkwijze.

Waar gaat de kledij heen? Doorverkoop naar het Zuiden om daar deels op een afvalberg te belanden? Of naar recyclagebedrijven? De plaatselijke inwoner de kans geven nog van de goede kledij te genieten is er meestal niet bij.

“Anders dan bij De Kringloopwinkel is het echter niet altijd transparant wat er met de ingezamelde kledij gebeurt: hergebruik of recyclage? Hetzelfde geldt voor de sociale en milieu-impact van hun werkwijze.”

Producentenverantwoordelijkheid: stap vooruit of achteruit?

De overheid wil de milieu-impact van de productie van kledij overigens beperken door hergebruik en recyclage te stimuleren via de invoering van de ‘uitgebreide producentenverantwoordelijkheid’.
Deze zal producenten en/of invoerders van kledij verplichten ook de inzameling of terugname van gebruikte kleren te organiseren en de keten meer circulair te maken. Vergelijk het met Recupel.

Vraag is wat het gewicht van hergebruik zal zijn in de nieuwe regelgeving en of de lage doelstellingen hiervoor gehaald zullen worden?

In Nederland spreken de eerste concrete doelen in 2025 over 5% tweedehandskleding afzet op de Nederlandse markt en 20% hergebruik in het buitenland. Dat is een treurig lage doelstelling.
Wie ervoor kiest om zijn kledij aan De Kringloopwinkel te schenken, weet waar zij of hij aan toe is. De Kringloopwinkel sorteert alle ingezamelde kledij zelf, daarvan is meer dan 20% lokaal verkoopbaar en het doel is
dit aandeel lokaal hergebruik elk jaar te verhogen door nog beter te sorteren. Het zou dan ook zinloos zijn en een stap achteruit, mocht Vlaanderen een streefcijfer voor lokaal hergebruik opleggen dat lager is dan 20%.

Alle marktonderzoek wijst erop dat we zonder problemen evenredig meer lokaal tweedehands kunnen verkopen, als de inzameling verder groeit. Zal een terugnameplicht of producentenverantwoordelijkheid
een stimulans zijn voor de ecologisch beste keuze, lokale herverkoop, of zal dit uitgehold worden door belangengroepen? De lat ligt in Nederland alleszins ongelooflijk laag. En om te verwijzen naar de terugnameplicht voor elektro: ook in het Recupel circuit blijft de plaats van hergebruik wankel.

“Wie ervoor kiest om zijn kledij aan De Kringloopwinkel te schenken, weet waar zij of hij aan toe is. De Kringloopwinkel sorteert alle ingezamelde kledij zelf, daarvan is meer dan 20% lokaal verkoopbaar en het doel is dit aandeel lokaal hergebruik elk jaar te verhogen door nog beter te sorteren.”

Aanlokkelijke bedragen

Als we het over lokale inzameling hebben, dan gaat het overigens niet alleen over De Kringloopwinkel. In het werkingsgebied van de intercommunale Imog zijn de textielcontainers langs straten en pleinen verdeeld over De Kringloopwinkel en een commerciële inzamelaar, na een aanbesteding.

Deze aanbesteding is er gekomen onder druk van de commerciële inzamelbedrijven, die via gerechtelijke procedures een vinger in de pap wilden afdwingen. Intercommunales moeten de inzamelplaatsen nu
gunnen aan de hoogste bieder, ofwel sociale criteria hanteren om nog inzameling met een sociale doelstelling mogelijk te maken. IMOG combineerde beide via een concessie en reserveerde zo een deel van de inzamelplaatsen voor sociale economie. Daarop tekende De Kringloopwinkel in en kreeg dit niet-betalend lot toegewezen.

“Deze aanbesteding is er gekomen onder druk van de commerciële inzamelbedrijven, die via gerechtelijke procedures een vinger in de pap wilden afdwingen.”

Duurzame en sociale beleidskeuze

Wie het commerciële luik mag uitbaten, was het voorwerp van een betalende aanbesteding. En bedrijven die bereid zijn om (veel) geld te betalen voor het plaatsen van kledingcontainers betekent extra inkomsten voor de gemeentes natuurlijk. We blijven echter ambitieus in onze missie: we streven naar een maximaal lokale verkoop en zoveel mogelijk sociale tewerkstelling. Iets waar iedereen beter van wordt.

We rekenen dan ook op lokale beleidsactoren als bondgenoten om duurzame en sociale keuzes te blijven maken voor de textielinzameling.

“We blijven echter ambitieus in onze missie: we streven naar een maximaal lokale verkoop en zoveel mogelijk sociale tewerkstelling. Iets waar iedereen beter van wordt.”

Social washing

Sommige commerciële inzamelaars charmeren graag met zogeheten sociale doelstellingen. Hun echte doelstelling is winst maken, maar ze maskeren dit handig door zich aan ‘social washing’ te bezondigen.

Daarnaast afficheren ze op hun containers graag sociaal klinkende namen zoals bijvoorbeeld ‘Hulpzorg’, ‘Wereldhulp’, … . Klinkt als een ‘goed doel’, maar heeft daar niets mee te maken.

Ze profileren zich bijvoorbeeld als een bedrijf dat ‘meer dan 30% kansarmen tewerkstelt’, een erg vage en holle Europese omschrijving waar bijvoorbeeld alle jongeren tot 26 en 55-plussers onder vallen. Daarnaast afficheren ze op hun containers graag sociaal klinkende namen zoals bijvoorbeeld ‘Hulpzorg’, ‘Wereldhulp’, … . Klinkt als een ‘goed doel’, maar heeft daar niets mee te maken. Enkel een erkende sociale economie-onderneming zoals de maatwerkbedrijven, garandeert dat mensen die ver van een job op de open arbeidsmarkt staan, tewerkgesteld en goed begeleid worden, conform de Vlaamse regelgeving.

De lokale verkoop aan lage prijzen, het schenken van kledij voor noodhulp, en het volledig herinvesteren van de financiële resultaten in de verdere uitbouw van de werking en de sociale doelen motiveren de burger ook om kledij te schenken aan De Kringloopwinkel.

 

De boot op en de shredder in

Naast de kringloopwinkels zamelen in Vlaanderen vooral bedrijven in die alle kledij exporteren. Dat roept vragen op over hoe je dat hergebruik controleert, en waar veel van dit textiel precies terecht komt.

Terwijl in een circulair model hergebruik bovenaan staat, heeft recyclage ook een grote ecologische voetafdruk.

Verschepen met heel milieubelastende containerschepen, is veel minder duurzaam dan de lokale distributie naar winkelpunten in de regio. Daarnaast beschouwen bepaalde commerciële inzamelaars en modemerken recyclage ook als een vorm van hergebruik, ze brengen verwarring in het debat door de termen recyclage en hergebruik door elkaar te gebruiken. Terwijl in een circulair model hergebruik bovenaan staat, heeft recyclage ook een grote ecologische voetafdruk. Een Finse studie toont
bijvoorbeeld dat recyclage ongeveer evenveel CO2-uitstoot veroorzaakt als een nieuwe jeansbroek.

Share This